Voorbeeld van de functie Len

Het eerste voorbeeld maakt gebruik van de functie Len om het aantal tekens in een tekenreeks of het aantal bytes dat nodig is om een variabele op te slaan, als resultaat te geven. Het blok Type...End Type dat de CustomerRecord definieert, moet worden voorafgegaan door het sleutelwoord Private als het in een klassenmodule verschijnt. In een standaardmodule kan een instructie Type Public zijn.

Type CustomerRecord    ' Definieert door gebruiker gedefinieerd type.
    ID As Integer    ' Plaatst deze definitie in een
    Name As String * 10    ' standaardmodule.
    Address As String * 30
End Type

Dim Customer As CustomerRecord    ' Declareert variabelen.
Dim MyInt As Integer, MyCur As Currency
Dim MyString, MyLen
MyString = "Hallo allemaal"    ' Initialiseert variabelen.
MyLen = Len(MyInt)    ' Geeft 2.
MyLen = Len(Customer)    ' Geeft 42.
MyLen = Len(MyString)    ' Geeft 11.
MyLen = Len(MyCur)    ' Geeft 8.

Het tweede voorbeeld gebruikt de functie LenB en een door de gebruiker gedefinieerde functie (LenMbcs) om het aantal bytetekens in een tekenreeks te geven als de tekenreeks met ANSI is weergegeven.

Function LenMbcs (ByVal str as String)
    LenMbcs = LenB(StrConv(str, vbFromUnicode))
End Function

Dim MyString, MyLen
MyString = "ABc"
' Waarbij "A" en "B" DBCS zijn en "c" is SBCS.
MyLen = Len(MyString)
' Geeft 3 - 3 tekens in de tekenreeks.
MyLen = LenB(MyString)
' Geeft 6 - 6 bytes gebruikt voor Unicode.
MyLen = LenMbcs(MyString)
' Geeft 5 - 5 bytes gebruikt voor ANSI.